Het begint met een ander idee over de betekenis van een financieel tekort. De coalitie van DorpsVisie, het CDA en PvdA-GroenLinks, beschouwen het tekort op de begroting van Son en Breugel een incident. “We moeten aan de knoppen gaan draaien in het sociaal domein”, of “het tekort is een investering”. O, ja, “voor in de toekomst”, wordt er voor de zekerheid nog bij gezegd. Een oplopend tekort dat op de korte termijn onbeheersbaar lijkt, wordt gezien als een goede geldbesteding op de lange termijn.
Het is je kop in het zand steken in een tijd met vele onzekerheden. Zeker is wél, dat er bezuinigd moet gaan worden en dat we gaan betalen voor de gevolgen van de coronacrisis. Zeker is ook dat grote bouwprojecten met miljoenenopbrengsten, zoals Sonniuspark, opdrogen. En dat onze reserves van bijna 7 miljoen euro eind 2018, afzakken naar 2 miljoen euro in 2023. Dan zou je natuurlijk kunnen zeggen dat 5 miljoen euro een investering is, maar als reserves zo snel verdampen, dan zou er minstens een gevoel van onbehagen moeten zijn. Maar nee, de coalitie vindt ons goed gaan “zo die gaat”. En dan ook nog vele miljoenen investeren in een kerkgebouw, en miljoenen extra betalen voor 2 scholen op de ongeschikte locatie van de Krommen Hoek.
Onlangs hebben de 21 burgemeesters van Zuidoost Brabant een brandbrief geschreven aan het kabinet. De uitkeringen die gemeenten krijgen van het Rijk worden minder, terwijl het aantal gemeentelijke taken groeit en er overlegd wordt over een nieuwe verdeling van uitkeringen. Een verdeling die nadelig is voor kleinere gemeenten. En wat gebeurt er in Son en Breugel? We discussiëren over het wel of niet stilleggen van een fontein, en over minder bloembakken in het centrum. Klein bier.
We moeten veel groter kijken. Er komt zwaar weer aan. Het wordt tijd voor een breed beeld over onze financiële situatie in de komende jaren. Structurele tekorten zijn echt geen investering.